Geboren te Afferden wordt hij op negentienjarige leeftijd benoemd tot organist in Den Haag. In 1835 vertrekt hij naar ‘s-Hertogenbosch om organist te worden aan de St. Cathrien aldaar. Naast zijn organistschap was hij nog dirigent van verschillende koren in ‘s-Hertogenbosch en componist. Uit kerkrekeningen blijkt dat Arnoldus Christiaans organist was voor het hoge jaarsalaris van f 300,-. Hij verzorgde ook het onderhoud van het orgel, want tot 1849 worden geen uitgaven voor het orgel vermeld, dan een enkele keer aan Christiaans ‘voor reparatie aan het orgel’. Christiaans had een belangrijk aandeel in de opzet van de bouw van het nieuwe Vollebregt-orgel in 1850/51 en keurde verschillende andere orgels van deze orgelbouwer. In 1889 gaat hij met pensioen en vertrekt naar Lage Mierde, waar zijn zoon onderwijzer is, en overlijdt daar in 1902. |
René Bouwman en Theo Hoogbergen, Muziekleven in 's-Hertogenbosch : Thema vol variaties (2002) 42, 50, 64, 84, 89, 100
H.F.J.M. van den Eerenbeemt, Geschiedenis van Noord-Brabant (1996-1997) I. 406
H.J. Zomerdijk, Het muziekleven in Noord-Brabant 1770-1850 LI (1981) 215, 217, 239, 296, 368
H.J. Zomerdijk, Het muziekleven in Noord-Brabant 1850-1914 LV (1982) 89-90, 104, 326, 327, 343, 345, 368